Oeganda is een land in het oosten van Afrika, dat grenst aan onder andere Soedan, Kenia en Tanzania, en aan het grootste meer van Afrika, Lake Victoria. Er wonen ruim 28 miljoen mensen. Het hooggelegen zuiden, waar veel regen valt en de grond dus vruchtbaar is, is relatief welvarend. Hier bevindt zich ook het politieke en economische centrum van het land. Het noorden bestaat uit voornamelijk savanne en woestijn.

Na de onafhankelijkheid van Oeganda in 1962 ging het land goed vooruit. Echter, Oeganda kreeg te kampen met 2 problemen: onrust en hiv/AIDS. Het regime van Idi Amin in de jaren zeventig heeft het land in een neerwaartse spiraal gebracht. Maar ook vandaag de dag heerst nog onrust, veroorzaakt door rebellengroeperingen in het noorden van het land, zoals het Lord Resistance Army. Zij zijn al bijna twintig jaar actief en hebben twintigduizend kinderen ontvoerd om seksslavin of kindsoldaat te zijn.

Niet alleen de rebellen ontwrichten de gezinnen, ook AIDS heeft een hele generatie uitgewist. Ondanks dat op dit moment het aantal AIDS slachtoffers drastisch naar beneden is gebracht, heeft het nog steeds uitwerking op de armoedesituatie. Het wegvallen van ouders zorgt ervoor dat veel weeskinderen, zoals de tradities voorschrijven, door ooms en tantes in hun gezin worden opgenomen. Dit zorgt voor enorm grote gezinnen wat betekent dat er meer brood op de plank moet komen, terwijl ze al moeite hebben hun eigen monden te voeden.

Zo’n 46% van de Oegandezen leeft onder de armoedegrens. Deze mensen verplaatsen zich vooral te voet. Voornamelijk vrouwen hebben een druk dagprogramma, omdat zij het meeste werk verrichten en voor de kinderen en het huishouden moeten zorgen. Ze besparen vooral op nachtrust, wat ten koste gaat van hun fysieke conditie. Verder winnen ze tijd door zich niet bezig te houden met sociale contacten. Dat heeft tot gevolg dat ze onwetend blijven.

 

Bron: Goed Nieuws Krant 2007; Cycling out of Poverty