Op 23 mei 2019 is weer de landelijke Fiets naar je Werk Dag. Meer dan 20.000 werknemers laten die dag de auto staan en fietsen naar hun werk. Dit jaar kunnen de deelnemers ook Cycling out of Poverty (CooP-Africa) ondersteunen door hun besparing op de autokosten van die dag doneren.

Om de deelnemers van de Fiets naar je Werk Dag beter kennis te laten maken met Cycling out of Poverty belde FiscFree, de organisator van de Fiets naar je Werk Dag, met de oprichter/directeur Luuk Eickmans.

  1. Wat hoop je met de donaties van de Fiets naar je Werkdag 2019 te kunnen realiseren?
    Met de donaties van de Fiets naar je Werkdag 2019, en misschien andere sponsoracties en partnerschappen die hieruit voortkomen, hopen we dit jaar 1.000 fietsen uit te kunnen geven. Hetzelfde voor het jaar daarna en daarna en daarna: #1000fietsen. Ik hoop dat de geweldige Fiets naar je Werkdag actie enerzijds zal bijdragen aan de naamsbekendheid van Stichting Cycling out of Poverty; dat mensen zich bewust worden van de kracht van een fiets en hoe deze een verschil maakt. Anderzijds hoop ik dat we dit jaar met de steun van al die mensen die op 23 mei naar hun werk fietsen we 150 fietsen kunnen geven aan gezondheidsvrijwilligers in het gebied rond Kisumu in Kenia. Ondanks voortuitgang wonen de mensen daar in moeilijk bereikbare gebieden, ver weg van een ziekenhuis of een kliniek. Goede en soms levensreddende zorg is vaak voor hen ontoegankelijk. Dit veroorzaakt een onnodig hoge moeder- en kindersterfte. Een kind dat in dit gebied wordt geboren, heeft vier keer meer kans om te sterven voordat hij of zij zijn of haar vijfde verjaardag viert dan een kind dat wordt geboren in de provincie waarin de hoofdstad Nairobi ligt. Een fiets redt hier echt levens!
  2. Waarom ben je gestart met Cycling out of Poverty?
    Stichting Cycling out of Poverty (CooP-Africa) is ontstaan nadat de oprichters Marieke de Wild en ik in 2004 in Oeganda woonden. Marieke deed daar haar afstudeeronderzoek naar de impact van een fiets op het leven van vrouwen in Oeganda. De resultaten waren verbluffend! Dat een simpele fiets zo’n impact heeft op verbetering van toegang tot werk en inkomen, maar ook onderwijs en gezondheidszorg en daardoor zo’n belangrijk middel om op te klimmen uit de armoede. Dat was voor ons aanleiding om geld te gaan inzamelen voor fietsen in Afrika. Wij hebben voor onszelf indicatoren ingesteld voor een ‘betere wereld’, zonder armoede en ongelijkheid. En gaandeweg zien wij dat bij alle projecten de fiets een aanzienlijke bijdrage hieraan levert.
  3. Hoeveel mensen heb je inmiddels kunnen helpen en op welke manier?
    Sinds de oprichting, in 2007, hebben we meer dan 7.500 mensen kunnen voorzien van fietsen (en andere mobiliteitshulpmiddelen). Nu (en de laatste jaren) vooral in Kenia en Oeganda, maar daarvoor ook in andere Afrikaanse landen. De impact is groot. Uit evaluaties blijkt dat de fiets een duurzaam effect heeft op de mobiliteit en de toegang tot inkomen, onderwijs en gezondheidszorg. Ruim 2.000.000 mensen hebben inmiddels hun leven zien verbeteren doordat ze via ons toegang hebben gekregen tot een fiets of omdat iemand toegang kreeg tot een fiets die zo betere service en diensten kon bieden aan deze mensen (zoals docenten en gezondheidswerkers).
  4. Welk individueel verhaal heeft je het meest geraakt?
    Het is moeilijk te zeggen welk individueel verhaal op mij het meeste indruk heeft gemaakt als er wekelijks weer nieuwe meldingen en berichten binnenkomen. Maar misschien omdat ikzelf niet vaak zelf contact heb met de beneficianten (dit gebeurt allemaal met de projectcoördinatoren), zijn het juist die verhalen die je rechtstreeks hoort van de beneficianten die het meeste indruk maken. Daarvan blijft mij misschien nog wel steeds het verhaal bij van Anna Grace. Zij ontving in 2007, in een van onze eerste projecten, een fiets van Cycling out of Poverty, en we bezochten haar 3 jaar later nog eens en zagen de impact van die ene fiets op haar gezinsleven. Dat was echt zo’n bevestiging die zegt dat wij als Cycling out of Poverty een bijdrage leveren aan duizenden mensen. Nu zijn we 10 jaar later en hebben duizenden andere mensen zoals Anna Grace een fiets ontvangen en zijn zij in staat geweest om uit de diepste armoede op te klimmen. Vorige week vernam ik nog, van één van de projectcoördinatoren, dat hij gebeld was door een gezondheidsvrijwilliger die onlangs van ons een fiets kreeg. Zij was zo in staat geweest om een kind met spoed naar de kliniek te brengen die door een slang was gebeten. Ze zei dat de fiets had het leven van het jonge meisje gered. Elke fiets heeft zo zijn eigen verhaal!
  5. Hoeveel mensen werken direct en indirect voor CooP-Africa?
    Stichting Cycling out of Poverty heeft 2 medewerkers in Nederland (samen 1 FTE) en een vrijwillige toezichthoudend bestuur van 5 personen. In Kenia en Oeganda bieden we 17 Kenianen en Oegandezen een vaste baan bij de uitvoering van de fietsprojecten en in de sociale fietsondernemingen, Bikeventures en Green Hub, die bijdragen aan de financiële onafhankelijkheid van onze partnerorganisaties in Kenia en Oeganda. Sinds vorig jaar is Cycling out of Poverty ook in België geregistreerd en actief met verschillende vrijwilligers om zoveel mogelijk mensen in Afrika in het zadel te kunnen helpen.
  6. Zie je de situatie veranderen in Oeganda en Kenia?
    Uiteraard is in het afgelopen decennia veel veranderd. Wat me vooral opvalt is dat de kloof tussen stedelijk en plattelandsgebied steeds groter wordt. Het stedelijk gebied verstedelijkt in rap tempo en veel mensen doen het ‘goed’ en hebben een goede baan, rijden grote luxe auto’s en bouwen mooie huizen. Maar ga je de stad uit dan zie je eerst de grote ellende van de informele nederzettingen, de sloppenwijken, van mensen die naar de stad zijn getrokken voor werk en inkomen, en nog iets verder de alweer de ’traditionele’ lemen huisjes. Het verschil tussen arm en rijk is groter geworden. Afrika is niet (meer) arm. Er is rijkdom, welvaart en mogelijkheden. Het is echter maar een zeer kleine groep mensen die hiervan ‘profiteert’ waardoor er een hele grote groep mensen is die arm zijn. Monetair arm, maar vooral ook arm op het gebied van toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, water, en andere diensten en services waar iedereen recht op heeft.
  7. Kunnen Oost-Afrikanen goed fietsen?
    Ja ze kunnen eigenlijk allemaal fietsen. Dat leren de meeste van jongs af aan. Maar, mede door het snel veranderende soort verkeer, weggebruikers en infrastructuur, wordt integratie (het delen van de weg met andere gebruikers) een steeds groter probleem. Het verschil in snelheid wordt groter, er zijn meer weggebruikers, en de fietser is in de ogen van veel Afrikanen niet de ‘Koning-op-de-weg’ zoals deze is in Nederland. In onze fietsprojecten trainen we de beneficianten daarom, naast fietsonderhoud, ook in fiets-rijvaardigheden, verkeersregels en deels in het ‘claimen’ van hun recht op een stukje van die weg. Uiteindelijk moet deze weg toch gedeeld worden door alle verkeersgebruikers, van voetgangers tot fietsers, van motorrijders tot vrachtwagenchauffeurs. Hopelijk zien de Afrikaanse landen op korte termijn ook de noodzaak in voor fiets-inclusieve planning (zoals Nederland dat deed in de jaren ’60) zodat de ontwikkelingen die nu plaats vinden ook rekening houden met 95% van de bevolking die loopt en fietst.
  8. Jullie hebben verschillende projecten: Bike4Work, Bike4School en Bike4Care. Waar maakt de fiets het meeste verschil?
    In alle projecten heeft de fiets een grote impact op de toegang tot bepaalde diensten en services van de beneficiant en zijn/haar gezin, zoals toegang tot onderwijs, werk en inkomen. Maar in enkele projecten richten we ons op dienst- en serviceverleners, zoals docenten en gezondheidsvrijwilligers. In deze projecten is het bereik direct groter. Een gezondheidsvrijwilliger kan te voet 2 of 3 huisbezoeken doen, maar met de fiets kunnen zijn twee keer zoveel huisbezoeken doen. Een fiets heeft dan direct impact op de 100 gezinnen die in zijn/haar rayon zitten. Een school zonder docent, of een docent die vaak te laat komt, is geen goede school. Maar als de docenten, die net zover moeten lopen als de leerlingen, een fiets tot hun beschikking hebben profiteren alle leerlingen daar in de klas van.
  9. Heb je nog een droom met CooP-Africa?
    Dromen… Nou ik heb inderdaad wel ambities en toekomstplannen voor Cycling out of Poverty. Op korte termijn zou ik graag willen realiseren dat Cycling out of Poverty een breder draagvlak krijgt met structurele donateurs en bedrijfspartners zodat er meer stabiliteit en continuiteit komt in de fietsprojecten in Afrika. Dit proberen we nu te realiseren met uitbreiding naar België en Engeland, maar ook in Nederland zullen we ons de komende jaren sterker willen profileren en mensen willen betrekken bij het simpele maar sterke verhaal dat een fiets het verschil maakt. Op de lange termijn streven wij naar (financiële) onafhankelijk van onze partners in Kenia en Oeganda zodat zij zonder donor-support de fietsprojecten kunnen voortzetten, bijvoorbeeld uit de opbrengsten van de sociale fietsondernemingen, Bikeventures en Green Hub. Als we dit weten te realiseren dan kunnen we gaan denken aan uitbreiding naar andere landen in Afrika. Wekelijks krijgen we verzoeken of we niet willen gaan starten in Ethiopië, Tanzania, Zuid-Afrika of elders. De ultieme droom zou zijn dat er een wereldwijde Cycling out of Poverty ‘beweging’ zou zijn die zich inzet voor het verbeteren van de wereld met fietsen.
  10. Fiets je zelf ook naar je werk?
    Ik hou van fietsen. Ik woon in Oeganda, en ik ‘practice what you preach’ zoals ze dat zo mooi zeggen. Dat wil zeggen dat ik de kinderen op de fiets naar school breng, ik de meeste boodschappen op de fiets doe en ik op de fiets naar mijn werk ga. Ik ben nu ook bijna 40, buikje is er al, dus zoals veel andere 40-ers die nog denken dat ze een sportieve god zijn stap ik af en toe ook op de mountainbike of gravelbike. Vorig jaar fietste ik nog de Ronde van 12 om fondsen te werven voor Cycling out of Poverty en is het me gelukt om in 24 uur 435 kilometer af te leggen en alle 12 provinciën van Nederland aan te doen. Fietsen is dus wel een belangrijk deel van mijn leven, maar dat is het denk ik ook voor de meerderheid van de Nederlanders.
Luuk Eickmans fietste de Ronde van 12 in 2018 om geld in te zamelen voor
Cycling out of Poverty