Een veelgebruikte maat om armoede te meten is de absolute armoedegrens. In 1985 is deze door de Wereldbank vastgesteld op 1 dollar per dag. Iemand die leeft van een bedrag dat minder of gelijk is aan 1 Amerikaanse dollar per dag, leeft onder de armoedegrens. In 2008 is de grens opgetrokken naar 1,25 dollar per dag. Volgens deze nieuwe armoedegrens leven wereldwijd momenteel 1,4 miljard mensen in absolute armoede (dus zeg maar 90 keer zoveel mensen als in Nederland wonen).

De armoedegrens kijken alleen naar hoeveel geld iemand te besteden heeft. Maar dat zegt niet alles. Bijvoorbeeld een boer of nomade die vanuit zijn achtergrond en cultuur ervoor kiest om met zijn vee rond te trekken en in een simpel takkenhutje te wonen, wat hij elke week weer afbreekt en elders opnieuw opbouwt, kan arm lijken, maar als hij ondertussen 100 koeien en 50 geiten heeft is hij toch niet zo arm. Daarom wordt ook wel de Human Development Index (HDI) gebruikt. Deze index houdt rekening met meer factoren dan alleen geld. Het is een maatstaf om de menselijke ontwikkeling te meten en houdt rekening met: levensverwachting, alfabetisme en levensstandaard.

Er zijn 187 landen opgenomen in de HDI. De 20 landen die bovenaan staan, zijn vooral landen in Europa (en Australië en Amerika). De 20 landen die onderaan staan, zijn vooral landen in Afrika. De meest recente lijst vind je hier.

Op welke plaats staat Nederland en op welke plaats staat Oeganda in de Human Development Index?